Mijn eerste tocht in de bergen maakte ik op m’n 19e. Twee weken lopen en kamperen in de hoogste delen van de Pyreneeën. Tussen de Vignemale, de Pic du Midi, de Monte Perdido en het beroemde nationale park Ordesa, de ‘Grand Canyon’ van Europa. Het was een reis van Intertrek, een organisatie die later failliet zou gaan door een drama tijdens een van hun reizen in de Sierra Nevada in Spanje. De tocht was een game-changer. De bergen zaten opeens in mij en ik begon plannen maken om meer op pad te gaan. Ook vond ik de rol van de begeleider intrigerend en begon ik kennis te verzamelen. Van deze tocht weet ik niet meer exact hoe hij verliep, maar aan de hand van de foto’s was er wat te reconstrueren.
De aanreis was met de TGV naar Lourdes. We kampeerden in Cauterets. De tenten waren Wild Country Sirocco’s van Intertrek. Praktische lichte 2-stoks constructies met dubbele ingang. Dozen met droogvoer voor twee weken werden uitgepakt en onderling verdeeld.
Vandaar ging het de bergen in richting Pont d’Espagne, hierboven. Een korte inloopdag.
Verder naar refuge Wallon, waar weer gekampeerd werd en de dag erna naar refuge des Oulettes de Gaube, aan de voet van de imposante Vignemale (3298m), waar ik 10 jaar later weer terug zou komen. Ik herinner me dat ik moeite had die nacht om op tijd uit mijn nieuw aangeschafte Bever Mallory & Irvine slaapzak te komen om te sanitairen, omdat mijn hoofd tussen zoveel ritsen, klittenband en koorden ingesnoerd zat!
Langs de Vignemale klommen we hoger, de sneeuw in. Langs refuge de Baysselance. Toen een heel ding, zo’n sneeuwveld. Ik vond het spannend. Was ook niet de enige. Kon dat wel? De koude sneeuw onder je bergschoenen, in de frisse ochtendberglucht, maar wel in korte broek met de waren zon op je benen. Honderden zou ik er later oversteken, in alle mogelijke soorten en maten. Maar op dat moment was alles nieuw. Een machtige sensatie..
Lac d’Ossoue was het einde van deze lange etappe. Een kristalhelder meer, waar we het stof en zweet van ons afspoelden met een verfrissende ijskoude duik. Er was verder niemand. Dit door bergen omsloten paradijs was van ons die middag en avond.
Over de hoofdkam naar Spanje ging het naar de camping in San Nicola de Bujaruelo en van daar op de rustdag naar het dorp Torla. Jaren later zou ik gaan voelen, zien en begrijpen hoe hoofdkammen functioneren als natuurlijke barrières voor weer. Hoe het in Spanje 30 graden en strakblauw kon zijn en twee meter verderop de regen met bakken naar beneden kwam. Na een rustdag trokken we verder door de kloven van de Ordesa en de Monte Perdido, de hoogste regionen van het nationale park.
Bij rifugio Goriz onder de Monte Perdido kampeerden we. Ik herinner me dat we ’s nachts ontzettende storm- en hagelbuien over ons heen kregen en daarna in thermo-ondergoed en blote voeten nog naar buiten zijn gegaan om de scheerlijnen van de mishandelde tent opnieuw af te spannen. Gelukkig waren we niet met tent en al het ravijn ingeblazen.
Een korte dag verder naar de Breche de Roland, waar we aan de voet van de klim tenten opsloegen en de hele middag konden turen en gapen naar de route van morgen, die hoog boven ons de rots- en sneeuwwanden in torende. ’s Ochtends zat er ijs op de tenten! Voor mij was die route toen een raadsel, hoe kon die begeleider toch weten hoe we daardoor naar boven moesten? Ik was nog helemaal niet bezig met markeringen, of mogelijkheden in het terrein zien. Alles was gewoon mega-indrukwekkend en groots.
Bovengekomen was er een kabelpassage met een glad en veelbelopen traverserend spoor in de sneeuw. Zelfs met kabel was het voor sommigen een grensverleggende activiteit. Ik herinner me dat er ergens daarboven iemand totaal blokkeerde bij het oversteken van een steile snelstromende beek. Een heel gedoe was dat. Later klachten en hysterie richting de begeleider. Heel onredelijk natuurlijk, maar ook interessant om mee te maken.
Naar beneden na de breche. Langs Refuge des Sarradets. Met veel sneeuw, vond ik. Smalle uitgesleten sporen, ingesmolten en gladgelopen. Onhandig afdalen.. Wandelaars die op elkaar wachtten, om geen glijpartijen en/of ongelukken te veroorzaken.
Ik stond daar rechts, opgelucht weet ik nog, om weer vaste grond onder de voet te hebben.
Gavarnie met grandioos uitzicht op de cirque en de breche vanaf de camping.
Terug bij Lac d’Oussoue, het stuwmeer dat we ook op de heenweg passeerden.
De een na laatste dag bogen we uit het dal af en klommen naar de Lacs d’Estom in mistig weer. Hier werd nog even een klassieke groepsfoto gemaakt met de zelfontspanner.
PRAKTISCH
Dit was een 2-weekse Intertrek kampeertrektocht. We namen de TGV naar Lourdes en de bus naar Cauterets en kwamen daar na twee weken ook weer terug. Voor deze reis had ik met de Op Pad in de hand mijn eerste bergsportuitrusting bij elkaar gescharreld. Tenten en kookspullen waren van de organisatie.
ACCOMMODATIES
(Wild-)kamperen: Cauterest, Pont d’Espagne, refuge Wallon, refuge des Oulettes de Gaube, Lac d’Oussoue, San Nicolas de Bujaruelo, rifugio Goriz, Breche de Roland, Gavarnie, Lac d’Oussoue, Lacs d’Estom
KAART
Institut Cartografic de Catalunya | Rando Editions | Gavarnie – Ordesa | 1:50.000